CASTRICUM – De gemeenten in de regio willen het opstelterrein voor sprintertreinen het liefst plaatsen ten zuidoosten van de aansluiting van de N203 en de A9.
Dat is de uitkomst van bestuurlijk overleg tussen de gemeenten Castricum, Uitgeest, Beverwijk, Heemskerk en Velsen. De locatie, die Uitgeest N203 heet, zou volgens de colleges van burgemeester en wethouders de minste schade veroorzaken voor mens, milieu en landschap. In de directe omgeving van deze plek wonen geen mensen.
In de regio moet een opstelterrein komen om meer sprinters te kunnen laten rijden tussen Uitgeest en Amsterdam. Er lagen in totaal acht opties op tafel, waarvan twee binnen de gemeentegrenzen van Castricum. Het merendeel van de locaties lagen in directe omgeving van bebouwing of zouden grote schade toebrengen aan het landschap. Op 28 januari 2015 lichten de vijf gemeenten de keuze toe in bestuurlijk overleg met het ministerie, de provincie en spoorbeheerder ProRail.
Voor ProRail was de oplossing eerder slecht uitvoerbaar. De dienstregeling zou volgens een afweegmatrix het minst flexibel worden als voor de oplossing langs de N203 wordt gekozen. Treinen tussen Amsterdam en Uitgeest moeten dan weer een aantal honderden meters terug over het al drukbereden spoor, om daar uitgerangeerd te worden. Aangezien treinen dan over veel wissels moeten rijden, kan dat doorgaande treinen belemmeren.
Het opstelterrein moet in 2022 operationeel zijn.